In onze tweede editie van the.talents hebben wij een onverwachts interview met een ware hair heroe: Christiaan Houtenbos. De melding die hij hier doet, gaan we natuurlijk nog niet vertellen. No spoiler alerts here!! Wij nemen je nu mee in een eerder interview die wij met hem hadden. In 2019 doken wij drie dagen in zijn archief in New York en mochten wij hem het hemd van zijn lijf vragen. Let's go back to 2019!
Oh... en ben je nieuwsgierig wat hij ons te melden heeft in ons laatste interview? Check editie 2 2022!
Vijf decennia baanbrekende kapsels, ervaringen, mode en kunst in een van de meest energieke industrieën: mode. CHRISTIAAN Houtenbos - beter bekend als CHRISTIAAN - bracht TRIBU-TE naar New York, waar we een glimp opvingen van het leven van deze Nederlandse haarlegende. In de volgende pagina's nemen we je mee op een reis, een retrospectief van zijn werk.
Waar is jouw passie voor haar begonnen? Niet! Dit beroep heeft mij gevonden. Ik was er niet naar op zoek. Ik was de oudste van twaalf kinderen en moest werken en het gezin helpen. Op mijn twaalfde begon ik in de kapperszaak van mijn vader in Bovenkarspel, Nederland. Ik startte met het vegen van de vloer èn de boeren in de watten leggen. Deze boeren kwamen twee keer per week binnen voor een scheerbeurt en, zo nodig, een knipbeurt. Ik zeepte de boeren in die mijn vader schoor. Veel later begon ik met knippen. Mijn vader trok dan een streep op het hoofd van de klant en alles onder die lijn schoor ik af. Ik heb dit dertig jaar later op het hoofd van Bonnie Berman gedaan en we hadden een nieuwe coupe! Ze noemen het tegenwoordig een undercut, maar wij noemden het een Buzz - omdat de tondeuse een zoemend geluid maakte. Hoe dan ook, ik heb mijn vader altijd na schooltijd geholpen. Het heeft niets te maken met mijn passie voor haar of met iets creatiefs. Ik gaf mezelf de taak om de etalage van de winkel mooier te maken. Kleine creatieve dingen om mijn vaardigheden uit te breiden. Mijn motto is 'Never nothing, always something'. Ik heb dit altijd gepushed. En geloof me, in goede of slechte tijden… ik heb op aardig wat knopjes gedrukt!
Ben je naar de kappersschool geweest? Op een gegeven moment kon mijn vader rondkomen van zijn werk , de kinderen werden ouder en hadden zo hun eigen baantjes. Hij verdiende wat geld en dacht dat het voor mij het beste was om een kappersopleiding te volgen. Hij stuurde mij naar een school in Amsterdam waar ik het damesvak leerde. Ik was erg competitief en ... ik deed mijn eerste zwendel (althans, ik speelde een beetje vals) . In die tijd moest je vier examens doen om je volledige diploma te behalen. Dat kostte me te veel tijd en dacht: dat ga ik een beetje versnellen! Ik heb mezelf dus op vier verschillende data aangemeld onder vier verschillende namen (mijn naam bestaat uit vier voornamen). Na twee examens krabden de leraren op hun hoofd omdat ze er niets van begrepen. Maar ik heb ze gehaald en toen ze het door hadden, was het te laat en moesten zij mij het diploma geven! Ik was zeventien en begon te werken als salonmanager in een kleine salon aan de overkant van de marinekazerne. Hier werkten vier vrouwelijke kappers voor mij en ik woonde boven de salon. Maar ik werd opgeroepen voor militaire dienst en koos voor de mariniers omdat zij mochten reizen. Het was tijd voor mijn tweede zwendel!
Je hield wel van een zwendeltje?!? En wat was dit? Ja ... toen wel! Ik was jong. Nou, de tweede zwendel ging als volgt. In die tijd had je de Nederlandse kapperskampioenschappen en ik wilde daaraan meedoen, maar de marine laat je niet gaan. Ik ging naar een copyshop, maakte een brief met het officiële logo van de kappersvereniging en vertelde mijn commandant dat ik was uitgenodigd om deel te nemen aan de kampioenschappen omdat ik een zeer getalenteerde barbier was. Ik mocht meedoen. Uiteindelijk eindigde ik als tiende of negende, maar ik deed wel mee! Daarna werd ik door de marine naar Aruba en Curaçao gestuurd, maar ik wilde nog steeds als kapper werken. In die tijd kwam ik op het pad van Cor de Groot die in Willemstad een salon had in het chique Intercontinental Hotel en ik kon voor hem werken. Als we klaar waren met het werk bij de marine, sloop ik het terrein af en werkte ik stiekem daar. Een geheel nieuwe wereld ging voor mij open. Chique en voor een hogere klasse! Ik wist niks, was super bleu. De klanten wilden een 'Sassoon' kapsel. Je had nog geen Google om dat op te zoeken. Het moedigde mij aan om verder te leren. Omdat ik mezelf beloofd had dat ik alles zou leren wat er te leren was en dat ik nooit onzeker zou zijn over wat ik aan het doen was. Dat is mij eeuwig bijgebleven. Dat had niets te maken met styling. Het deed me beseffen dat je haar en de persoon, het karakter van de persoon, moet begrijpen. Dat is waar ik voor sta: de verbinding van het haar en de persoon die dit draagt. Maar ik besefte dit pas veel later toen ik op eenentwintigjarige leeftijd naar New York verhuisde.
Hoe ben je in New York terechtgekomen? Ik begaf me in de hogere klasse op het eiland en ging heel erg goed om met een Amerikaanse dame, mevrouw Weill. Dit was de vrouw van een CEO bij de ESSO die mijn surrogaatmoeder werd. Zij schreef een brief aan de hoofdredacteur van het tijdschrift Glamour in Amerika en vertelde haar over mij en zei dat ik in New York moest werken. Dat was nog niet zo eenvoudig, want als marinier moest je eerst terug naar Nederland om af te zwaaien. Zwendel nummer drie!!! Ik moest het haar van een generaal doen en vertelde hem over mijn plan. Hij zei mij een brief te schrijven en twee weken later kon ik weg bij de marine en ging ik naar de VS. De eerste stop was Miami om een pak te kopen en van daar uit ging ik naar New York en verbleef in het appartement van de Weill-familie. Ze regelden een afspraak om grote salons te bezoeken en ik werkte daar per salon één dag. Mijn eerste dag stond achter ik de heer Kenneth Battelle - voormalig kapper van Jacky Kennedy - om alleen over zijn schouder mee te kijken. Ik had nog een paar andere kappers op mijn lijst, zoals Vidal Sassoon, voordat ik bij de salon van Bergdorf Goodman terechtkwam. Na deze dagen ging ik terug naar Nederland, maar al snel kreeg ik een brief van iemand die eigenaar was van een groot bedrijf en salons had in grote warenhuizen. Kenneth vroeg of ik terug wilde komen om bij Bergdorf Goodman voor hen te werken. Mijn Engels was niet goed genoeg om in de VS te mogen werken en mijn papieren moesten worden goedgekeurd. Dus ik ging niet meteen terug naar de VS.
Waarom? Dit was een grote kans! Mijn gedachten waren in die tijd: een kapper moet Frans spreken! Parijs was een beetje te groots voor mij en ik belandde in Lausanne (Zwitserland) in een heel kleine kapperszaakje en leerde de Franse taal. Na een korte periode vond ik een baan in een salon op het terrein van de Verenigde Naties in Genève. Dit was erg belangrijk voor mijn carrière. Ik leerde Engels, had een vriendin en leerde belangrijke mensen kennen die me in de 'safe zone' brachten, dus ik hoefde niet terug naar de marine en niet te dienen voor de oorlog in Vietnam. Ik had veel geluk en dit gaf me de juiste werkethiek en levensstandaard. Na Zwitserland ging ik terug naar Nederland, waar ik werkte voor Loek Limburg - een zeer gerenommeerde kapper en saloneigenaar in die tijd. Hij deed het haar van Koningin Juliana, werkte op modeshows en daar was ik! Ik was zijn assistent.Op een dag gingen de deuren van de salon open en daar stond een lief klein meisje in de deuropening die vroeg om een knipbeurt. Alle kappers hadden geen tijd dus ik moest het doen. En dat was Marianne! Grappig ... mijn eerste klant in Amsterdam was mijn toekomstige vrouw.Ze wilde een kapsel voor een gala en we hadden hier een discussie over, maar op een gegeven moment kwam ze terug en we werden een stel. Het enige wat niemand wist, was dat ik werd gevraagd om terug te gaan naar de VS.. Toen mijn papieren klaar waren, was het afscheid nemen een groot drama, want ik had nooit eerder zulke gevoelens gehad voor een meisje, maar ik moest gaan. New York was overweldigend (niet alleen de stad, maar ook de meisjes) maar ik miste Marianne. Onze ouders besloten dat ze alleen mocht komen als we getrouwd waren. Ik schreef haar een brief en vroeg haar aan de telefoon of ze met me wilde trouwen en dat deden we ook! Ik ging terug naar Nederland, trouwde en we kwamen samen terug naar de VS, waar ik als kapper voor Bergdorf Goodman werkte.
Terug naar je passie voor haar. Je bent nu in New York. Ik werkte achterin de salon en met ervaren chique medewerkers. Ik sprak zo weinig mogelijk en dacht dat ik maar een shampoo-boy was. Dacht ik ... maar ze stuurden uitnodigingen naar de tijdschriften om de salon te bezoeken en deze nieuwe gast uit Nederland te evalueren. Geen enkel tijdschrift stuurde hun redacteuren. De assistenten kwamen en dat was perfect voor mij omdat ik niet dezelfde passie had voor de 'coiffure' als de oude jongens. Ik wilde haar doen dat bij de persoon paste. Ik was niet de enige. Je had Vidal Sassoon. Ik vertelde hem altijd dat hij een stap miste: het was niet altijd 'wash ’n wear ‘ haar. Het moest perfect geföhnd worden. Ik maakte los en draagbaar haar voor deze jonge meisjes (de assistenten van de redactie). Kanttekening: wees altijd aardig voor de assistenten, want op een dag zijn ze de bazen!Terug naar het haar: mijn passie voor losse en eenvoudige stijlen was geboren. Vergeet niet dat het 1968 was en dat coiffure een groot ding was. Maar langzaam zag je de behoefte aan wash ’n wear haar groeien. Deze stijl van wash-cut-wear werd opgemerkt door de mensen van Bergman en ze wilden beneden een salon openen: BG cut-a-way. Het was een salon voor jongere mensen en het werd populair. Ik werkte echter nog steeds boven in de 'oude' salon. Dat was niet mijn passie. Na een tijdje werkte dit niet meer voor mij en ik werd ontslagen omdat ik geen blauw pak wilde dragen!
Wat ging je toen doen? Ik deed het haar van de assistenten van de tijdschriften en de tijden waren aan het veranderen. De tijdschriften stuurden de modellen of de celebs niet meer naar de salon voordat ze werden gefotografeerd. Ze wilden iemand op de set. Ze belden me! Ik heb wat visitekaartjes gemaakt met mijn nummer en daar was ik: een haarstylist. In die tijd waren er niet veel stylisten. Waarschijnlijk vijf en het was een kleine en in crowd business. Er veranderde veel in de stijl van fotografie. We gingen van fotograaf Irving Penn naar Bailey. Denk je dat een tijdschrift Bailey kon vertellen wat hij moest doen? Nee! We hadden volledige vrijheid bij het maken van de beste foto.De connectie met de fotograaf was belangrijk. Mijn eerste langdurige zakelijke relatie met een fotograaf was met Arthur Elgort. We hebben samen prachtige foto's gemaakt. In die tijd hadden we geen agenten en kregen we honderd dollar voor een redactionele werkdag, duizend voor een advertorial. Ik deed alles alleen: klussen regelen, rekeningen, alles. Ik heb de eerste 15 jaar geen agent gehad. Marianne werkte destijds al voor Arthur als agente en nu behandelt zij mijn boekingen.
Je hebt eindeloos veel covers van high-end magazines gemaakt. Jouw vijftigste VOGUE cover is recent uitgekomen. Hoe voelde het toen je je eerste cover zag? Dit jaar heb ik alleen al zes van de twaalf Vogue-covers gemaakt en inderdaad mijn vijftigste cover is recent verschenen. Maar bij mijn eerste cover voelde ik niets bijzonders. We waren niet druk met de covers. We waren druk bezig om de leukste klussen te krijgen en met de beste teams te werken. In de jaren 70/80 had je een aantal scènes in New York en je zat in die ene die bij jou paste.
Wat is jouw haarhandtekening? Mijn handtekening zou zijn dat haar gerelateerd moet zijn aan de persoon. Ik kan 'een stijl' doen, maar een goed kapsel moet passen bij de persoon die het draagt. Mensen moeten in positieve vrede leven met hun haar en het mag geen belemmering zijn. Dat is mijn passie voor haar! Ik heb geleerd om echt ‘te kappen’, ik kan een verhaal vertellen met haar, maar mijn passie ligt in de reis om een bepaald eindresultaat te bereiken. Wanneer de fotograaf begint met fotograferen, weet ik dat ik mijn werk heb gedaan. Maar ik bedenk altijd dat het model zich goed moet voelen. Dat zie je. Haar heeft een natuurlijk karakter, textuur speelt daar gewoon in mee. 'Haar is als een bloem, elke ochtend wordt het anders wakker'!
Wat is er veranderd in de mode? Veel. Ik kom uit een tijdperk waarin we totale vrijheid hadden. Je moest met de situatie werken. Tegenwoordig willen merken, tijdschriften meer veiligheid als het gaat om werken met jongeren. Ik ben een oude man, ze weten wat ze kunnen verwachten als ik binnen kom. Je kunt met moodboards werken, maar je weet niet wat er die dag zal gebeuren. Misschien voelt een model zich niet goed, heeft ze slecht haar, noem maar op. Als een haarstylist, moet je anticiperen en kunnen putten uit je ervaring. Ik heb nooit met assistenten gewerkt. Ik werkte met vrienden zoals Ronnie (Ronnie Stam - Creative Director bij Oribe). We deden shows voor Calvin Klein, Celine met 30 modellen en rockten! Rond de jaren negentig begonnen teams met assistenten te werken en die vertelden iedereen wat te doen. Ik ben het toen een tijdje ‘kwijtgeraakt’. Ik had geen team van assistenten en deze workflow paste niet bij mij. Ik bleef bij fotografie.
Ben je ooit nerveus geweest voor een klus? Zeker niet zichtbaar! Ik denk heel veel na over een klus. Ik ga naar bed met het probleem van de volgende dag en denk erover na tot ik in slaap val en wakker word. Ik ga niet weg voordat ik een handvat heb om mee te werken. Diverse teams werken aan grote dingen: als voorbeeld een campagne voor Chanel. Voor veel mensen klinkt dit als een groot ding, maar je moet dit in perspectief plaatsen. Voor ons is het werk.
Wat is jouw volgende stap? En heb je een advies voor jonge stylisten? Ik wil bewust ruimte maken en ondersteun het idee dat jonge mensen de belangrijke klussen moeten doen. Ze vragen me nog steeds en ik doe dit alleen op uitnodiging. Ik wil niet zijn zoals Karl Lagerfeld (rip) maar meer als Valentino, maar hij ontwerpt niet meer. Ik werk graag met inspirerende jonge mensen, maar je moet je realiseren dat het niet voor iedereen is weggelegd. Je moet opvallen. Duizenden mensen willen dit werk doen en slechts twee van hen zullen opvallen. Het spijt me maar zo werkt het gewoon. Maar iedereen is vrij om het te proberen en iedereen heeft een kans! Alleen door te proberen zie je iets van de andere kant en dat kan je helpen groeien!